Fons Olterdissen, de persoon
Zijn verdere bezighedenOm van Maastricht een echte kunststad te maken, richt hij in 1895 de vereniging ‘Decoratieve Kunst” op. Het doel is “de bevordering van de kunstzin en de veredeling van het ambacht”. Ze organiseren druk bezochte tentoonstellingen en krijgen de opdracht om grote stadspoorten na te bouwen als Koningin Emma en haar kroondochter Wilhelmina 4 dagen op bezoek komen in Maastricht. In 1896 gaat Fons Olterdissen aan de Lage Kanaaldijk te Sint Pieter wonen, precies naast de ouders van zijn vriend Henri Goovaerts. Henri reist in die tijd al veel, maar heeft er wel zijn pied à terre. Fons richt er een atelier op. Ook daar is hij betrokken bij zijn buurt en helpt waar hij kan. Was hij voor de rust naar Sint Pieter gegaan, ook daar weten ze hem te vinden voor allerlei soorten vragen en opdrachten. Hij moppert even maar gaat vervolgens toch weer ervoor aan de slag. Voor pastoor Krips organiseert hij een groot jubileumfeest. Ook schildert hij de Heilige Lambertuskapel van binnen die naast zijn woning staat. Waarschijnlijk is hij er niet de initiatiefnemer van geweest maar in 1899 is er een oprichtingsvergadering van het nieuwe VVV, 'Maastricht Vooruit’ genaamd. Olterdissen leidt er de vergadering en wordt er president van. Men wil van Maastricht een “grote stad maken van innerlijke welstand en met een welvarende burgerij”. Maastricht Vooruit is actief. Er wordt bijvoorbeeld een grote etalagewedstrijd georganiseerd waarbij vrijwel alle middenstander aan deelnemen. Dankzij 'Maastricht Vooruit' zijn er ook kortingen te krijgen bij circusvoorstellingen en kinderevenementen. Hij zorgt voor 4 grote optochten in Maastricht. In 1905 de Historische stoet; de Heiligdomsvaart in 1909; het Maria-congres 1912 en Missiestoet in 1921. De niet katholiek weet honderdduizenden mensen naar Maastricht te halen. Niet alleen belangrijk voor de bezoekers, ook om de inwoners van de stad zelf het besef te geven van het roemrijke stadsverleden. Eén van de optochten levert echter een financieel verlies op door meer uit te geven dan er is. De schuld dient terug betaalt te worden. Fons Olterdissen schrijft samen met iemand anders de in het dialect geschreven opera “De Kaptein vaan Köpenick´. In het plaatsje Köpenick bij Berlijn weet iemand op slinkse wijze de stadskas te plunderen. Het is in die dagen wereldnieuws. Het verhaal wordt omgeschreven alsof het zich in Maastricht heeft afgespeeld. Het stuk wordt een succes, de schuld werd afgelost en er was zelfs winst. In Wolder is er een alleenstaande boerin in geldnood gekomen omdat haar enige koe is gestorven. Olterdissen hoort ervan en uit de winst van de 'Kaptein vaan Köpenick' krijgt zij een nieuwe koe. De koe krijgt de naam: Alfonsien. In 1912 schrijft hij Trijn de Begijn, een opera gebaseerd op een soort waarzegster uit de Antoniusstraat. De bovengenoemde ‘kemikke-opera’s’ zijn uitzonderingen. Liever is hij bezig geweest met toneel. Hij heeft dan ook vele toneelstukken geschreven. Ook was hij geregeld regisseur. Speelde vaak zelf mee. Zijn grootste prestatie op theatergebied is 'Het spel van Sint-Servaas’ , een spektakel bij de Heiligdomsvaart in 1916 met 600 spelers en een decor van 50 meter breed en 10 meter hoog. Om geld in te zamelen voor de bouw van de Sint Lambertuskerk wordt er een gelegenheidskoor opgericht. De band is zo sterk dat het blijft bestaan met Henri Hermans als dirigent. Uiteraard is Olterdissen een van de koorleden evenals Jacq van Term, hoofdredacteur van de Limburgse Koerier. In de pauze luistert iedereen naar Olterdissen die verhalen over de Maastrichtse historie vertelt. Van Term vraagt of Olterdissen die verhalen wil opschrijven. En zo begint hij ook als dialectschrijver naam te maken. Zijn bewaarde stukken zijn ware geschiedenisboeken over het leven in Maastricht in die tijd. Olterdissen komt in de gemeenteraad. Hij weet de gemeentelijke scholencommissie die misstanden moet constateren op te heffen die al zeker 4 jaar nergens een bezoek heeft gebracht. Door de gemeenteraad wordt nu hij inspecteur. Zijn bezoeken verzanden in geschiedenislessen over Maastricht. De kindersterfte is in die tijd hoog. Hij zet zich in voor een goede voeding en opvang voor baby’s en zuigelingen. Hij krijgt ƒ 100,= koninklijke subsidie voor de crèche die dankzij hem de naam Prinses Juliana mag dragen. De crèche bestaat nog steeds. Enkele 10-tallen meters verder staat nu het standbeeld van Fons Olterdissen. Op schildergebied zelf is hij ook actief bezig geweest. Een van zijn schilderwerken was ‘Beroemde Maastrichtenaren' een doek van 4 bij 6 meter dat hij in stilte heeft gemaakt Een doek dat veel bewondering kreeg maar uiteindelijk op de zolder van het Stadhuis kwam om jaren later op de vuilnisbelt terecht te komen. Een enkel stuk kwam in het museum
|
Het slotlied van 'Trijn de Begijn' wordt later het officële Maastrichts volkslied. Link naar slotlied 'Trijn' / volkslied Maastricht (website gemeente Maastricht) MP3 Mèstreechs volksleed uitgevoerd door Beppie Kraft
|
Naar: begin olterdissen / historie / algemeen / home / volgende: zijn afscheid